Van de voorzitter: heel normaal

 Normaal gesproken zou in de Gazette ook de uitnodiging voor de dies staan. De kans is echter klein dat het vieren van de dies op de gebruikelijke wijze mogelijk is. Maar je moet altijd blijven geloven in het reddende belletje. Vorig jaar hebben we de dies al moeten overslaan. Achteraf gezien hebben we twee jaar geleden geluk gehad dat we dies konden vieren nog onwetend van de komende lockdown.

Ik weet zeker dat we in de toekomst weer de dies kunnen vieren maar veel mensen vragen zich af of we ooit weer terugkeren naar normaal. Wat deze mensen niet beseffen is dat wat we als normaal beschouwen altijd een momentopname is. Wat gisteren normaal was is dat vandaag niet meer. Wat vandaag normaal is is dat morgen niet meer. Als u mij niet gelooft vraag het dan maar aan Zwarte P. te S.

Normaal is wat wij op dit moment niet vreemd vinden. Hierbij is “wij” een geheel toevallige en willekeurige groep van mensen. Wij van de GSA vonden het vroeger bijvoorbeeld heel normaal dat je een auto moest aanduwen en dat werkende remmen niet vanzelfsprekend waren. Een kapotte brandstofmeter was geen probleem. De tank was toch altijd leeg. Ook dat je de deur niet gebruikte maar over een paar banken moest klimmen om het voertuig via de achterklep te verlaten was niets bijzonders. Nieuwe leden vonden dat soms wel raar maar dat maakte ze ook tot nieuw.

Dat iets normaal is betekent nog niet dat je het moet uitleggen. Vaak heb ik aan niet-zweefvliegers moeten uitleggen dat vliegen in een vliegtuig zonder motor heel normaal is. Mensen denken dat een vliegtuig zonder motor neerstort. Dat is een beetje hetzelfde als zeggen dat een auto zonder motor een botsing krijgt. Het is de piloot die zorgt dat een vliegtuig niet neerstort. Een motor is alleen maar voor piloten die geen bochten kunnen of willen vliegen. Meestal overtuigt dat de mensen niet. Ik geef natuurlijk niet op. Ik begin dan een voor ieder normaal mens te begrijpen betoog over liftcoëfficiënten, wet van Bernoulli, adiabatische krommen en polaires waarbij ik tactisch de moeilijkere onderwerpen weet te vermijden. Toch word ik aangestaard alsof ik gek ben. Dat is voor mij inmiddels gewoon.

De dies zullen we weer vieren. Ik weet helaas nog niet waar en wanneer. Ook weet ik niet of we dan elkaar een hand geven, mondkapjes dragen of misschien zelfs een vaccinatiewisselbeker uitreiken. Ik weet één ding wel zeker. Na een paar biertjes lijkt alles weer normaal.
Martijn Pluim

Leave a Reply

You must be logged in to post a comment.