Van de voorzitter – “Drones”

 

De laatste tijd is het fenomeen drones regelmatig in het nieuws. Afgezien van wat  vredesverliezen bij de krijgsmacht is de toon van de berichtgeving positief. Er wordt een toekomst geschetst waarin iedereen over zijn eigen drone beschikt. Gevraagd naar het praktisch nut van zo’n drone komt de gemiddelde visionair echter nog niet veel verder dan het bespioneren van de buurman of het bezorgen van pizza’s.

De populariteit van drones komt voort uit de algemene droom om te vliegen. In de loop van de vorige eeuw had men al het idee dat in de toekomst ieder zijn eigen luchtvervoermiddel zou bezitten. Zonder zelf te kunnen vliegen zou men dan overal naar toe kunnen vliegen. Gelukkig zijn deze plannen nooit van de grond gekomen.

De drones zijn de moderne variant van het vliegen voor iedereen. Hieraan ten grondslag ligt de naïeve perceptie van niet-luchtvarenden dat het luchtruim een nog te ontginnen gebied is. Dat eenieder die het wil een deel van het luchtruim kan claimen. Zoals luchtvarenden weten is het luchtruim reeds geheel verdeeld en (over)gereguleerd gebied.

 In dit beeld paste ook de roep om duidelijke regelgeving voor drones. Deze roep kwam niet van de milieulobby die bang was voor het verstoren van vogels. De roep kwam ook niet van bezorgde burgers die bang waren dat ze neerstortende drones op hun hoofd zouden krijgen. Nee, de roep kwam nota bene van de ontwerpers en exploitanten van drones. Hun argument was dat er economische kansen zouden worden misgelopen door de onduidelijkheid rond drones.

 Nu kun je moeilijk zeggen dat de luchtvaartwet aan duidelijkheid te wensen overlaat. Het je verheffen van de grond is in Nederland behoudens expliciet gedefinieerde uitzonderingen verboden. Of om de IVW te citeren “een ontheffing op het verbod tot het uitvoeren van vluchten met een licht onbemand luchtvaartuig  kan worden aangevraagd”. Hoe duidelijk wil je het hebben?

Verder was het tekenend dat de roep van de ontwerpers en exploitanten om regelgeving pas kwam nadat hun duidelijk was geworden dat ze niet met hun drones mochten vliegen. Er is een verschil tussen onduidelijke regels en de regels niet kennen.

De ontwikkeling van drones wordt nu voornamelijk nog gezien als een technologisch probleem. De focus ligt op het ontwikkelen van technisch goed functionerende drones. Het echte probleem gaat worden om een drone te ontwikkelen die zich aan de regels houdt. Als Jan en alleman straks een drone bezit, gaan de drones dan zelf het weerbericht interpreteren, NOTAM’s lezen en vluchtplannen indienen? Ik raad de ontwerpers van drones daarom aan om eerst eens zelf aan vliegen te gaan doen. Zo krijgen ze een realistisch beeld van de opgave waarvoor ze staan. Als het immers makkelijk was om te vliegen dan was het luchtruim al lang vol geweest.

 Martijn Pluim

 

Comments are closed.